Ga naar de inhoud


LEERLIJN

Bij Sesar geloven wij erin dat je de vaardigheden die je in de les aangereikt krijgt, het beste leert door deze toe te passen in een voorstelling. Leerlingen leren dan die vaardigheden met een doel voor ogen. Vandaar dat bijna al onze lesgroepen productiegroepen zijn.

Door de tools die de docenten meegeven in de lessen leren de leerlingen zelf theater maken en uitoefenen en tijdens oefeningen en scènes leren de leerlingen ook naar elkaar kijken.
De leerlijn ontwikkelt zich hoe ouder je wordt.

Het creatieve vermogen van de leerlingen stimuleren we door twee factoren tegen elkaar uit te zetten, ‘vaardigheid versus uitdaging’. Per leeftijdsgroep bekijken we wat een grote uitdaging en hoge vaardigheid vereist, zodat er volledig opgegaan kan worden in de activiteit die de leerlingen uitvoeren tijdens de lessen. bewegen en emoties leert uit te drukken met je hele lichaam.

Wij doen niet aan audities. Iedereen doet mee. De productiegroepen groeien mee met de natuurlijke ontwikkeling van de leerling. Bij de Alfagroep is veel structuur en we richten ons hier op de basistheatervaardigheden. In de vervolggroepen komen er steeds meer theatervaardigheden bij en groeit de zelfstandigheid van de leerling. Tijdens de lessen richten we ons op verhoogde concentratie zodat de leerling zich beter kunnen richten op de uitvoering van activiteiten. We zetten in op de ontwikkeling van zelfvertrouwen, want door positieve gevoelens over zichzelf worden vaardigheden sneller verbetert. Het leren samenwerken vinden wij erg belangrijk en daar wordt ook veel aandacht aan besteed. Daarnaast krijgen persoonlijke vaardigheden en uitdagingen de kans om te ontwikkelen en worden continu gestimuleerd. Tot slot leer je door te reflecteren op eigen spel en dat van anderen een eigen visie te creëren en zelf theater te maken. 

Bij de startersgroepen (Romeo, Juliet, Jota, Kappa),  beginnen we met het aanleren van simpele toneelvaardigheden. Op deze manier kom je op een leuke manier in aanraking met theater zonder dat je naar een voorstelling toewerkt. Hierdoor ligt er meer nadruk op iedere individuele les. Aan het einde wordt er een ‘open les’ gegeven om ouders de ontwikkeling van hun kind te laten zien. Daarna stroomt iedereen door naar de productiegroep.